Kinderen van Nieuw en Meer | Midas
Midas

Midas    (1998)

"We gingen vaak naar het achterbos toe. Hutten bouwen en zo. Helemaal achterin had je een soort moerasachtig stukje. Dat was de paddenpoel. Daar sprongen we altijd over de sloot. Het is helemaal aan de rand, daar zijn geen woonwagens meer. Ik ging er meestal met mijn vrienden naartoe. Nu ben ik vaker op het voorterrein dan op het achterterrein. Voetballen op het pleintje. Ik kom nooit meer in het achterbos.

Ik heb hier niet echt gevoel dat ervoor gezorgd wordt dat je bepaalde dingen niet mag doen of zo.

achterbos

Je hebt gewoon meer ruimte.

kajuit

Als ik in de stad zou zitten, denk ik dat ik de vrijheid die je hier hebt zou missen. Echt weet ik het natuurlijk niet, want ik woon niet in de stad.

Op die stalen boot hebben we regelmatig gezeten. Met Abe en Sjonnie en een vriend van school. We waren toen negen, misschien tien jaar oud. Die boot lag er al lang en er gebeurde niks mee. Daarom kozen we hem ook uit. Meestal gingen we in het hutje zitten. De kajuit is de machinekamer van de boot, het is een soort halfronde ruimte waar we net in pasten. We hadden er een paar stoelen neergezet. Het was gewoon leuk dat je je eigen plekje had. Een soort schuilplaats. Nu springen we hoogstens nog van die boot het water in."