Kinderen van Nieuw en Meer | Japie
Japie

Japie    (1998)

"Mijn vader heeft daar een beeld, een totempaal, op het piertje staan. Die is in de fik gestoken door een aantal jongeren. Toen gingen mijn vader en ik hem repareren. Hij staat hier vlakbij. Je kan 'm dacht ik al van hieraf zien. Dondervogel zo heet ie. Ik help mijn vader wel eens. Niet met beeldhouwen maar wel met reparaties. We hebben een nieuwe vloer in de woonkamer, die hebben we er ook samen ingezet. Ik ben wel een beetje handig. Nee, ik ben niet zelf bezig met beeldhouwen. Heel soms ga ik er effe bijzitten en pak ik een houtje en snijd ik erin. Maar dan krijg ik het meestal niet af. Ik heb niet dat doorzettingsvermogen van mijn vader.

totempaal

In de stad is iedereen gestresst: hup, naar het werk en snel weer naar huis. Hier wonen mensen en werken ze ook, dat is leuk. Hoeven ze niet te rennen.

Iedereen is heel kunstzinnig, iedereen op zijn eigen manier. Ik zie het als iemand een schilderij meesjouwt naar beneden of ik hoor het als iemand muziek maakt. De mensen zijn ook vaak anders. Ze kleden zich grappig. Dat iedereen hier iets met kunst doet, is misschien wat ons allemaal verbindt. En daarom is het ook net een soort dorp. Als ik in Oud-Zuid iemand over straat zie lopen, dan zeg ik niet zo gauw 'hoi'. Hier zeg ik dat tegen iedereen.

hondenveld

Om de hoek hebben we een tafel met wat stoeltjes en daar eten we een broodje buiten, met een kopje thee. Wij gaan eigenlijk op een soort van vakantie voor de deur.

Ik vind het interessant om te weten wat er met het terrein gebeurt. Ik volg het een beetje via mijn vader. Hij noemt dan het belangrijkste op van een vergadering. Wat ik wel leuk zou vinden is als ze een voetbaldoel op het hondenveld neerzetten. Alleen een balletje overtrappen vind ik niet zoveel aan. Het voetbal bij een EK of WK wordt altijd in de Cantina geprojecteerd. Als ik het in een vergadering zou zeggen, dan zouden ze het niet erg serieus nemen. Nee, dat denk ik niet. Iedereen wil wel een beetje zelf bepalen wat gebeurt."