Kinderen van Nieuw en Meer | Malou
Malou

Malou    (1984)

"Dat Louk, mijn vader, bij de kraak over dat hek is geklommen herinner ik me niet. In het gezin wordt verteld dat hij een van de voorlopers was. Hij voerde onderhandelingen met een ambtenaar van het stadsdeel. Op het terrein waren de meningen verdeeld en dat zorgde voor een hoop stress. Zeker in het begin, want ja, je moet samen een richting bepalen. Ik weet dat hij dat zwaar gevonden heeft. Hier wonen was een bevrijding ten opzichte van het wonen in de stad. Het terrein lag totaal geïsoleerd. Er was een hondenspeelplaats en een jachthaven, en dat was het. Ook het Nieuw Sloten winkelcentrum was er nog niet. Of er stond net een Albert Heijn en een soort kazerne, dat was het zo'n beetje.

bevrijding

Het begon met gezellig eten en dat liep, nou ja, er werd nooit gevochten, dat heb ik nooit gezien, maar qua drank kon het wel goed uit de hand lopen, geloof ik.

Het is heel bijzonder om op zo'n klein clubje aangewezen te zijn, dan maak je je eigen belevingswereld. Dat we weeskinderen in oorlogstijd speelden kan ik me nog heel goed herinneren. We hadden een verroeste kar waar een aantal kleintjes op pasten. Ik was altijd de kermende, dus ik ging altijd bijna dood. Of ik was de oudste die op zoek ging naar eten. In een soort karavaan trokken we het hele terrein over. We hadden een hele hoop dekens en lappen en die sloegen we dan om ons hoofd. Of over die kar en dan was dat het bed. Ik ben niet voor niks voor het theater gaan schrijven.

karavaan

Nadat ik een condoom en spuiten in de kinderkeet had gevonden ging ik er liever niet meer naar toe.

Ik ben er op mijn twintigste nog geweest. Het was een desillusie, want mijn fantasie was weg. En die fantasie was wel een hele fijne manier om daar te leven. En eh, ja, het was, het is zo grauw. De bomen staan er nog steeds en ook die mooie oude dingen, maar het is wel ruw. Het is ook een beetje overleven."