Kinderen van Nieuw en Meer | Anna
Anne

Anna    (2001)

"Ik leef hier bijna helemaal op het platteland, maar ik leef ook in de stad bij mijn moeder. Hier ben je eigenlijk veel vrijer. Je kan tot heel laat lawaai maken. Bij mijn moeder moet het na achten stil zijn, maar hier zit ik soms wel tot tien uur piano te spelen. Hier loop je gewoon over de straat, de straat is de stoep. Komt er een auto, dan stap je gewoon even opzij. In de stad ben ik minder buiten. Maar voor de rest maakt het niet uit. Ik moet wel verder fietsen naar school. Vroeger was ik altijd buiten aan het spelen met mijn buurmeisjes. Overal en nergens zijn.

lawaai

Ik kan hier gewoon midden op straat gaan zitten zonder dat ik bang hoef te zijn dat ik word overreden.

Iedereen is heel kunstzinnig, iedereen op zijn eigen manier. Ik zie het als iemand een schilderij meesjouwt naar beneden of ik hoor het als iemand muziek maakt. De mensen zijn ook vaak anders. Ze kleden zich grappig. Dat iedereen hier iets met kunst doet, is misschien wat ons allemaal verbindt. En daarom is het ook net een soort dorp. Als ik in Oud-Zuid iemand over straat zie lopen, dan zeg ik niet zo gauw 'hoi'. Hier zeg ik dat tegen iedereen.

kunstzinnig

Als ik hier bij mijn vriendinnen thuis ben dan voelt het niet alsof ik in een atelier ben. Het is gewoon hun huis.

Mijn konijn ligt begraven aan de oever van de Nieuwe Meer.Dat woonde bij mijn moeder. Het is gewoon hier begraven omdat dat daar niet kan. Er liggen ook een paar vissen naast, maar dat is voor de rest niet heel erg boeiend."