Kinderen van Nieuw en Meer | Vonk
Vonk

Vonk    (2009)

"Dit is heksensoep. Maar dat kan je niet eten. Het is met water, dat kan je niet drinken. Dat is vies. Oh, ik waai bijna weg. En die hark ook. Had ik bijna daarheen gevlogen. Kijk daar, allemaal vogeltjes. Die vogeltjes wonen in het kleine huisje. Die zitten boven op papa's dak. Daar, daar. Die zitten op papa's huis. Eén, twee, drie. Dat zijn er veel. Wil je die heksensoep even ruiken? Vies hè. Misschien een beetje doorlopen, gaan we rondje lopen. Dan kom ik hier weer uit. Dit is een grote auto. En nog een auto. Ja, dit is van een man, van koken. Van broodjes maken. Buiten. Met een fikkie stoken. We hebben ook een fikkie gestoken.

vogeltjes

Ik ga de spin wegspuiten en het touwtje ook.

Dan gaan we dit erin doen en dan wordt het vuur groot.

Kijk daar zijn we geweest met Jette. Daar verf! Kijk daar is verf. Rood. Die verf komt zo uit de lucht vallen, boem, dan komt ie op de straat vallen. En rode rozen en gele rozen. En nog meer rozen. En hier een roos en nog een roos. Dat is veel rozen.

kruiwagen

Dat zijn allemaal spullen van papa. Dat zijn allemaal machines. En hier zijn stenen. Gaan we in kruiwagen stenen doen. Ja, dat ga ik nu doen. Ik wil graag tuintje maken. Die kruiwagen staat helemaal ver weg. Hij staat helemaal daar. Jij moet het pakken. En de kleine steen mag ik in het water gooien hè. Weet je, gaat ik een beetje wat gras plukken. Gaat een beetje gras op doen. Tradiladiladida. We gaat een tuintje maken. Die steen hier en die daar. En daar komt die. En die komt hier. Die komt hierzo. En deze komt daarzo. Oké. Dat wordt echt mooi hè. Het lijkt wel kringetje. Zullen we nog wat stenen pakken?"

Dit is geen boom, dit is een kabouterhuis.