Juryrapport prijsvraag Atelier Malkovich
De vraag was: ontwerp een atelier voor de kunstenaar van vandaag, uit te voeren op schaal 1:2. Verheugend was het grote aantal inzendingen voor de prijsvraag onder de titel Atelier Malkovich. Maar liefst 77 presentaties bereikten de jury.
Een flink deel van de inzenders was ervan overtuigd dat het kunstenaarsatelier van vandaag een minimalistisch en vooral mobiel gebouwtje moet zijn. De jury zag kubussen, dozen en bolvormen, al dan niet op wielen of vervoerbaar op een dieplader.
Een ander in het oog springend deel van de inzendingen dacht bij een kunstenaars-atelier meteen aan een kunstenaarskolonie en bedacht een hele wijk of een modulair geschakeld patroon van kunstenaarsonderkomens. Een derde facet dat in een flink aantal gevallen het ontwerp domineerde was de notie dat een kunstenaars-atelier niet zozeer een werkplaats als wel een expositieruimte moest zijn.
Dan waren er nog de ontwerpen die het atelier als raakpunt van binnen en buitenwereld heel letterlijk namen en in hun vormgeving metaforen lieten terugkomen die de denkbeelden van de makers monumentaal verbeeldden. Tot slot moeten de ontwerpen vermeld worden die zich vooral richtten op het Malkovich-effect, de schaal 1:2. Veel architecten losten de kwestie op door alles flink groot te ontwerpen zodat er genoeg over zou blijven in de uitvoering. Anderen bedachten iets dat als constructie-principe een schaalverschuiving of een babouschka-effect hadden.
Nadat de juryleden individueel een schifting hadden aangebracht en uit de totale oogst ieder zo'n tien favorieten aan hadden gewezen, vond een tweede ronde plaats. De presentaties van de 35 overgebleven kandidaten werden nog eens bekeken, nu in groepsverband en begeleid door de uitwisseling van kritiek, argumenten en vragen. Na afloop daarvan bleven 18 ontwerpen over. Daaruit werden in een derde ronde de acht uiteindelijke winnaars gekozen. Daarbij keek de jury allereerst naar de manier waarop in het ontwerp een oplossing voor de gevraagde functie (kunstenaarsatelier) was verwerkt. Welke opvatting van de kunstenaar en zijn werk sprak daar uit? Hoe vindingrijk of kritisch, diepzinnig of verrassend was het ontwerp in dit inhoudelijke opzicht? Het tweede waar we op letten was de esthetische verschijning van het ontwerp. Was het met gevoel voor verhoudingen, ruimtelijk inzicht en visuele verfijning gemaakt? Had het ontwerp een visuele overtuigingskracht? Het derde punt van aandacht was de uitvoerbaarheid van het ontwerp. Ruimtevaarttechnologie, peperdure materialen, bedenkelijke constructiemethoden en buitensporige afmetingen moesten afvallen. Soms moesten daardoor mooie, vindingrijke en interessante ontwerpen afvallen. Bij de keuze van de acht winnaars heeft de jury rekening gehouden met de diversiteit van de inzendingen. Naast ontwerpen die enig in hun soort waren wilden we ook de beste van verschillende typen inzendingen laten uitvoeren. En zo kwamen we tot de volgende lijst, waarin de titels in alfabetische volgorde staan.
Archive
Lada Hrak en Danielle Huls
Omdat hieruit een duidelijke keuze voor het atelier als uitvalsbasis en
opslagruimte is gemaakt. De notie van het archief is speels uitgewerkt en
gecombineerd met de functie van het atelier als plek om met vrienden op
verhaal te komen. Een eigenzinnig en aantrekkelijk bouwsel.
BinnenBuiten
Thomas Gillet
(i.s.m. Kobbe Nouwens en Michel Heesen)
Het atelier als interface tussen de binnenwereld van de kunstenaar en de
buitenwereld wordt hier met satirische inzet visueel gemaakt. Wat rest is een
monument voor het bekijken van de wereld op een onafhankelijke en open
manier. Waarschijnlijk onbruikbaar als atelier, maar een bouwsel dat wel
beklimbaar en begaanbaar is om de andere ateliers op het terrein in perspectief
te bekijken.
Duck and cover
Roger van Bergen
Een van de weinige inzendingen die uitging van een conflicthouding tussen
heersende cultuur en kunstenaar. Dit voorstel berust op het idee dat
kunstenaars er goed aan doen ondergronds te gaan en te zorgen voor veilige
schuilplaatsen tegen de hysterische media, de onverdraagzame meute, de
paranoïde overheid en terroristen. Dit is een luxe bunker, waarin je behalve
wonen en werken ook kunt exposeren in afwachting van betere tijden.
Fabrieksgeheim
Paul Peters
Je kunt het nostalgie noemen, maar het is wel een voorstel dat tot nadenken
stemt. Peters pleit voor een doorsnee loods met grote stalen schuifdeur, omdat
in zulke anonieme fabrieksgebouwen kunstenaars altijd het beste hun eigen
plekken hebben kunnen scheppen. Inmiddels ziet niemand meer iets in zulke
spartaanse omgevingen, behalve kunstenaars. Of bestaan zulke kunstenaars
niet meer? Het ontwerp zou zelfs als schaalmodel nog bruikbaar zijn.
Havoc Milk
Tim Piët en FLATarchitects
Met als uitgangspunt de sobere atelierswoningen aan de Zomerdijkstraat is een
overrompelend gebouw ontstaan. Alle elementen die bedacht waren als speciale
eigenschap ten behoeve van het werk van de kunstenaar zijn hier uitvergroot
en op zwierige wijze verbonden. Het resultaat is iets dat als beeld verrast en
nieuwsgierig maakt, onvermoede mogelijkheden biedt in het gebruik en ronduit
jaloers maakt: met zo'n gebouw om je heen wil je graag kunstenaar zijn, wat
dat ook inhoudt. Misschien is het raadselachtige aan het gebouw wel de beste
eigenschap van dit lucide ontwerp voor de kunstenaar van vandaag.
Kunst in het park
Jules Ruyters
Een stijlvol vormgegeven ontwerp dat gebaseerd is op een rijk menu van
verschillende modules, die de behoeften van verschillende soorten kunstenaars
kunnen bedienen. De schakeling ervan levert een interessante mengeling van
afgesloten en gedeelde binnen- en buitenruimtes op. Niet in de laatste plaats
door het gebruik van de daken en de pleintjes en nissen die ontstaan door de
koppeling van ongelijksoortige elementen. De rijkdom van dit ontwerp zit in de
flexibiliteit en de erkenning van de grote verschillen tussen kunstenaars.
Metamorph
Ruud van der Zanden en Gert-Martijn Zwartsenburg
Deze constructie biedt een ingenieuze combinatie van werk- en kantoorruimte,
een gelegenheid te exposeren en zelfs optredens te organiseren. Spectakulair
is de verrijdbare wand die een hoge tribune en een bruikbare tussenruimte
schept. Een aantrekkelijk ogend en uitdagend gebouw, zonder aanstellerij,
waar beslist kunstenaars voor te vinden zullen zijn.
ParkPark
Cecilia Hendrikx en Anika Ohlerich
Een uitbundige en provocerende reactie op de vraag naar het hedendaagse
kunstenaarsatelier. In een onaanzieinlijk gebouwtje wordt door assistenten
geploeterd voor de ster die een kunstenaar geacht wordt te zijn. De artiest
komt aanrijden en parkeert zijn bolide, om dan zijn werk en zichzelf hoog
boven de massa en de collega's te verheffen en in de schijnwerpers de
aandacht te vangen. Een kermisachtig en vrolijk ontwerp, met een kleine angel.
Al was dit voorzien als een kleine vinexwijk met brede stroken asfalt voor een
hele stam artiesten, dit ene exemplaar brengt het statement van de makers
goed over.
Hans Aarsman, Luc Deleu, Tom Frantzen, Jorinde Seijdel, Dirk van Weelden en Barbara Visser, 2008